Het verschil tussen gelijkspanning en wisselspanning is dat bij gelijkspanning de spanning altijd in dezelfde richting loopt, terwijl die bij wisselspanning telkens van richting verandert.
Gelijkspanning (DC)
Bij gelijkspanning is er een vaste plus en een vaste min, waardoor de stroom altijd in dezelfde richting gaat (namelijk van de pluspool naar de minpool). De meeste huishoudtoestellen, zoals een radio of stofzuiger, werken op gelijkspanning. Sommige stroombronnen leveren ook gelijkspanning. Denk bijvoorbeeld aan batterijen en zonnepanelen.
Wisselspanning (AC)
Zoals de naam al doet vermoeden, wisselt de elektrische spanning tussen positief en negatief. Er is dus geen vaste plus- en minpool. Deze spanningswissel gebeurt razendsnel in een sinusvormig verloop met een frequentie van 50 Hz.
Wisselspanning omzetten in gelijkspanning
Wisselspanning heeft als grote voordeel dat er weinig energieverlies is over grote afstanden. Daarom wordt deze vorm gebruikt in elektriciteitsnetwerken.
Maar zoals eerder al gezegd, werken de meeste toestellen op gelijkspanning. Daarom moeten we de wisselspanning omzetten in gelijkspanning. Dat gebeurt met behulp van een gelijkrichter. Die laat stroom door in één richting en blokkeert de stroom in de andere richting waardoor er een gelijkstroom ontstaat. Een gelijkrichter vinden we in de netvoeding (adapter) of in het toestel zelf.